Een stiekeme opname als bewijs

Dat geldt alleen als de werknemer zelf deelnemer is aan het gesprek. Het stiekem maken van geluidsopnames is wel strafbaar als dat gebeurt door iemand die zelf geen deelnemer is aan het gesprek, tenzij hij daartoe opdracht heeft gekregen van een deelnemer.

In arbeidsrechtprocedures mogen partijen in principe alle bewijsmiddelen gebruiken. In de uitspraken hierover blijkt dat rechters stiekeme geluidsopnames alleen uitsluiten als bewijs als sprake is van ‘ rechtens ontoelaatbare inbreuk op de privacy’. Dat met zo´n opname eigenlijk altijd inbreuk wordt gemaakt op de privacy van de werkgever is daarvoor onvoldoende. Vooral als het een zakelijk gesprek betreft. Het maatschappelijk belang dat de waarheid aan het licht komt en partijen hun stellingen kunnen bewijzen, weegt meestal zwaarder dan de inbreuk op de privacy.

Het gebruiken van een zodanige opname als bewijs kan wel nadelige gevolgen hebben voor de werknemer. In een zaak voor de kantonrechter in Amsterdam had de werkgever aan de werknemer gevraagd of deze een gesprek tussen hen had opgenomen. Dat was wel het geval, maar de werknemer had het stellig ontkend. De werkgever was dan ook bijzonder verrast toen een opname van het gesprek als bewijs werd aangevoerd in de procedure. De kantonrechter liet de opname als bewijs toe, omdat geen sprake was van een rechtens ontoelaatbare inbreuk op de privacy van de werkgever. Hij oordeelde echter wel dat de werknemer zich hiermee in strijd met de eisen van goed werknemerschap had gedragen en kende hem daarom een lagere vergoeding toe.