Nieuwe compensatieregeling

Als een arbeidsovereenkomst wordt opgezegd of door de rechter wordt ontbonden heeft de werknemer recht op een transitievergoeding. Dat geldt ook als een tijdelijke arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd. De hoogte van die vergoeding wordt uitgerekend met een vaste formule en bedraagt ongeveer een maandsalaris per drie gewerkte jaren.

Onder sommige omstandigheden vindt de wetgever het niet redelijk dat die vergoeding ten laste van de werkgever komt. Op dit moment kan de werkgever compensatie aanvragen bij het UWV van de transitievergoeding die hij betaald heeft aan een werknemer die tenminste twee jaren ziek is geweest. De werkgever heeft dan al twee jaren doorbetaald zonder dat de werknemer (volledig) kon werken. De wetgever vond het niet redelijk dat hij ook nog de transitievergoeding zelf zou moeten betalen.

Met ingang van 1 januari 2021 zal ook een compensatie mogelijk zijn van de na deze datum betaalde transitievergoeding door kleine bedrijven die stoppen vanwege pensioen of overlijden van de werkgever. Wanneer een werkgever met pensioen gaat zal hij proberen een opvolger te vinden voor de onderneming. Bij overlijden van de werkgever zullen de erfgenamen proberen om de onderneming voort te zetten of te verkopen. Als dat lukt, kunnen de werknemers in dienst blijven. Als dat echter niet lukt, zal de onderneming beëindigd worden. De werkgever moet dan alle werknemers ontslaan en aan al die werknemers in korte tijd een transitievergoeding betalen. Dat kan tot zware financiële gevolgen leiden voor de gepensioneerde werkgever of de nabestaanden. Van de kleine werkgever kan niet worden verwacht dat hij al vroegtijdig anticipeert op de situatie dat de onderneming niet overgenomen wordt wanneer hij met pensioen gaat of overlijdt. Daarom is voor deze gevallen een compensatie geregeld. De compensatie geldt in principe voor bedrijven die gemiddeld minder dan 25 werknemers in dienst hadden. De onderneming moet gedurende de laatste twee jaren van dezelfde persoon zijn geweest.