Ontslag op staande voet

Ontslag op staande voet is voor een werknemer de meest ingrijpende vorm van ontslag. Niet alleen is hij plotseling werkloos, hij heeft ook geen recht op een WW-uitkering.

Er worden dan ook hoge eisen gesteld aan zo een ontslag. Toch kan een schijnbaar kleine aanleiding voldoende zijn, zoals blijkt uit de volgende uitspraak.

Een kantinemedewerkster nam een pak drinkyoghurt dat over datum was en een open pak zalmsalade uit de kantine mee naar huis. Toen haar werkgever dat ontdekte, werd zij op staande voet ontslagen. De rechter achtte dat ontslag terecht. De reden daarvoor was dat in het geldende bedrijfsreglement nadrukkelijk stond dat het verboden was om (onbetaalde) alsmede afgeschreven producten mee naar huis te nemen. Dit zou worden gezien als diefstal en zou leiden tot ontslag. Deze werkneemster had al eens een waarschuwing ontvangen. Van belang was ook dat het bedrijf als detailhandel organisatie met een sterk verhoogd diefstalrisico te maken heeft en dus de regels strikt moest handhaven.

Bij een ontslag op staande voet worden per geval de belangen afgewogen. De kantonrechter was van mening dat in dit geval de persoonlijke belangen van de medewerkster, zoals het feit dat zij geen WW zou ontvangen, niet zwaarder moesten wegen dan de belangen van de werkgever. Ook wordt bekeken of er duidelijke regels zijn en of de werknemers die regels ook kennen. Die regels moeten consequent gehandhaafd worden.

Als een werknemer een ontslag op staande voet wil aanvechten, heeft hij maar twee maanden de tijd om een verzoekschrift bij de kantonrechter in te dienen waarin vernietiging van het ontslag wordt gevraagd of toekenning van een vergoeding.

Heeft u vragen over ontslag, bel dan Advocatenkantoor Mariska Harbers, tel: 0591 200414