Ontslag wegens diefstal van 50 eurocent

Een ontslag op staande voet moet aan hoge eisen voldoen, maar een klein vergrijp kan voldoende zijn, zoals in de volgende zaak. Een klant die het toilet wilde gebruiken in een koffiebar legde daarvoor 50 cent op de bar. Een werkneemster stak het muntje in haar zak, maar werd betrapt door haar collega. Toen deze haar daar op aansprak, vertelde ze dat de klant niet had betaald. Later zei ze dat ze het muntje toch had gevonden en deed het alsnog in de fooienpot. Ze werd op staande voet ontslagen. De werkneemster stelde dat ze het muntje niet had gestolen, maar het in haar zak had gestoken om het later in de fooienpot te doen.

Voor een ontslag op staande voet moet een dringende reden bestaan. De rechter beoordeelt dat aan de hand van alle omstandigheden. In dit geval meende de kantonrechter dat de werkneemster het geld op de bar had kunnen laten liggen of het meteen in de fooienpot had kunnen leggen. Zij stopte het echter in haar zak. Haar gedrag was stiekem en wekte de indruk dat ze het geld alleen alsnog had ingeleverd omdat zij betrapt werd. De kantonrechter achtte diefstal bewezen en oordeelde dat deze een dringende reden vormde die het ontslag rechtvaardigde.

Deze kantonrechter beoordeelde streng: diefstal is diefstal. Hij vond vooral de vertrouwensbreuk belangrijk omdat deze werkneemster vaak geld van klanten ontving.
Andere rechters benaderen soortgelijke zaken minder streng. De uitkomst van deze procedures is vaak slecht te voorspellen.