Thuiswerken of niet

Werkneemster werkte bij een administratie- en belastingadviesbureau als secretaresse en receptioniste. Op 15 maart 2020 meldde haar werkgever dat alle werknemers op hun eigen werkplek op kantoor moesten werken en niet thuis.

Hij stelde: ,,Mocht iemand door de overheidsmaatregelen om welke reden dan ook niet willen of kunnen werken, dan kan men gerust thuisblijven tegen inleveren van verlofdagen.”

Werkneemster stelde dat zij tot de risicogroep van Covid-19 behoorde vanwege chronisch hartfalen. Zij werkte achter een open balie waar veel mensen langs liepen. Zonder voldoende Covid-19 beschermingsmaatregelen was dat naar haar mening geen veilige werkomgeving voor haar. Zij bood aan om thuis te werken maar dat weigerde haar werkgever. Zij wilde geen fysiek gesprek met de werkgever voeren maar wel een videogesprek. Dat wilde werkgever niet.

De werkplek werd verplaatst en aangepast. Werkneemster hoefde geen fysiek contact te hebben met klanten. Toch vond de arboarts de balie geen veilige werkplek voor werkneemster, onder meer omdat deze onvoldoende was afgeschermd met spatschermen, e.d. Werkgever eiste toch dat werkneemster op kantoor werkte en toen zij dat niet deed, stopte hij de loonbetaling.

Werkneemster werd, omdat haar klachten door al deze spanningen verergerden, arbeidsongeschikt. De arboarts adviseerde mediation, maar de werkgever weigerde dat.

Werkneemster stapte naar de kantonrechter. Die oordeelde dat werkneemster steeds had gesteld dat zij op kantoor wilde werken als dat veilig was. Werkgever had echter niet voor een veilige werkplek gezorgd. Werkneemster kon niet worden verweten dat zij niet verscheen.

Ook had werkgever geen andere werkzaamheden aangeboden die zij vanuit huis zou kunnen verrichten of haar werk daarop aangepast. Werkneemster had daar wel voorstellen voor gedaan. Dat werkneemster geen fysiek gesprek wilde voeren was geen werkweigering, een videogesprek was een redelijk alternatief.

De re-integratie-inspanningen van werkgever waren volgens het UWV onvoldoende en de loonmaatregel was niet schriftelijk aangekondigd. Werkneemster werd in het gelijk gesteld.