Thuiswerken

Sinds de uitbraak van het coronavirus werken veel meer mensen thuis. Uit onderzoek blijkt dat dat veel werkgevers en werknemers goed bevalt, dus wellicht zal thuiswerken gebruikelijker worden.
Op dit moment hebben werknemers geen wettelijk recht om thuis te werken. Wettelijk kan iedere werknemer die tenminste zes maanden in dienst is een verzoek doen tot wijziging van de arbeidsomvang, de werkuren of de werklocatie. Deze eerste twee verzoeken mogen alleen afgewezen worden als de werkgever daar een zwaarwegende reden voor heeft. Dat geldt niet als de werknemer zijn arbeidsplaats wil veranderen, dat kan de werkgever makkelijker weigeren. Hij moet wel binnen een maand een beslissing nemen, anders is het verzoek automatisch toegewezen. Sommige CAO’s bevatten een thuiswerkregeling. Op dit moment wordt een initiatiefwet voorbereid waardoor thuiswerken wel een wettelijk recht zou kunnen worden.

Een andere vraag is of een werknemer verplicht kan worden om thuis te werken.

Volgens de wet zijn werknemers gehouden aan voorschriften van de werkgever die te maken hebben met het verrichten van de arbeid en/of de goede orde in de onderneming. We noemen dat het instructierecht van de werkgever. De instructie dat een werknemer thuis moet werken met het oog op de risico’s van corona valt onder dat recht. Soms willen werknemers liever op kantoor werken, bijvoorbeeld omdat ze thuis geen rustige werkplek hebben. Toch zullen zij de genoemde instructies op moeten volgen.

Als een werknemer vanuit zijn huis werkt, moet zijn thuiswerkplek voldoen aan de arbo-eisen. Het moet een veilige en gezonde werkplek zijn. Daarbij valt te denken aan een goede stoel, een ergonomisch verantwoorde opstelling van beeldscherm en toetsenbord, goede verlichting, etc. De werkgever is daarvoor verantwoordelijk, ook als die werkplek bij de werknemer thuis is, en moet daar een budget voor beschikbaar stellen.

Als de werknemer schade op loopt als gevolg van een gebrekkige werkplek, kan de werkgever daarvoor verantwoordelijk zijn.