UWV maakt inbreuk op de privacy

Een werkloze met een WW uitkering liet het UWV weten dat hij zou gaan werken op Curaçao. Het UWV stopte daarom de uitkering.

Het UWV ontving vervolgens een interne melding waaruit het vermoeden ontstond dat de betreffende meneer al veel langer op Curaçao woonde. Een onderzoek werd gestart waarbij bankafschriften van vier bankrekeningen van meneer bij drie banken opgevraagd werden zonder dat hij dat wist. Uit de pintransacties bleek dat meneer inderdaad al langere tijd op Curaçao woonde. Het UWV vorderde daarom de WW-uitkering over die periode terug.

Meneer startte een procedure en stelde dat hij regelmatig op Curaçao was geweest, maar dat zijn hoofdverblijf steeds in Nederland was. Ook stelde hij dat het UWV de bankgegevens onrechtmatig verkregen zou hebben en dat deze daarom niet als bewijs gebruikt mochten worden.

De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het UWV hiermee inderdaad een inbreuk had gepleegd op het recht van meneer op respect voor zijn privéleven. Het UWV heeft de bevoegdheid om bankafschriften op te vragen zonder toestemming van de rekeninghouder maar alleen als dat redelijkerwijs nodig is. In dit geval had het UWV een minder ingrijpend middel kunnen gebruiken. Zo was niet eerst aan meneer gevraagd om zelf stukken aan te leveren waaruit zijn hoofdverblijf bleek. De inbreuk op privacy van meneer was niet gerechtvaardigd en daarom was het bewijs onrechtmatig verkregen. Het UWV moest een nieuw besluit nemen dat niet gebaseerd was op de bankafschriften.

Gebruik van bewijs is niet toegestaan als het verkregen is op een manier die zo in strijd is met wat van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat dit gebruik onder alle omstandigheden ontoelaatbaar moet worden geacht.