Welke werknemer wordt ontslagen om bedrijfseconomische redenen?

Als een werkgever werknemers wil ontslaan omdat het economisch slecht gaat met het bedrijf en bijvoorbeeld een reorganisatie noodzakelijk is, mag hij niet zelf beslissen welke werknemers ontslagen worden. Hij moet dat bepalen volgens het zogenaamde ‘afspiegelingsbeginsel’.
Volgens het afspiegelingsbeginsel worden werknemers ingedeeld in categorieën met functies die (nagenoeg) hetzelfde, dus uitwisselbaar zijn. De werknemers van iedere categorie uitwisselbare functies worden in vijf leeftijdsgroepen verdeeld: van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 30, van 35 tot 45, 45 tot 55 en van 55 jaar en ouder. De verdeling van de ontslagen over de leeftijdsgroepen moet zo gebeuren dat de leeftijdsopbouw in het bedrijf na de ontslagen naar verhouding zoveel mogelijk hetzelfde blijft als daarvoor. Binnen die leeftijdsgroepen waarin werknemers ontslagen moeten worden, komt de werknemer met het kortste dienstverband het eerst voor ontslag in aanmerking.

Tot 2006 werden werknemers ontslagen volgens het principe ‘last in first out’ en was de leeftijd van de werknemers niet van belang. Relevant was alleen hoe lang de werknemers in dienst waren. Dat betekende dat vooral de jonge, vaak goedkopere werknemers ontslagen werden en veel minder vaak de oudere en dure werknemers. Dit werd niet wenselijk gevonden en daarom is het afspiegelingsbeginsel ingevoerd.
Bij een ontslag om bedrijfseconomische redenen is het dus in principe niet mogelijk om bijvoorbeeld de werknemer te ontslaan die het minst goed functioneert. Het afspiegelingsbeginsel moet worden toegepast. Dat geldt zowel bij opzegging met toestemming van het UWV, als wanneer de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter wordt ontbonden.

Heeft u vragen over ontslag om bedrijfseconomische redenen, neem dan contact op met Advocatenkantoor Mariska Harbers, tel: 0591 200414, en kijk op www.mariskaharbers.nl